Trends doortrekken kan niet meer
- Details
- Geschreven: dinsdag 20 september 2016 10:41
- Geschreven door Johan van Iersel
Trends als basis voor toekomstverkenningen
Veel toekomstverkenningen berusten op kansen. Het gaat dan om de kans op overlijden, de kans op een geboorte, de kans op een verhuizing, de kans op een echtscheiding etc. Alle woningmarktsimulaties en demografische prognoses zitten vol met dit soort kansberekeningen. Deze kansen worden uiteraard goed onderbouwd en daarbij kijkt men vaak naar gebeurtenissen in het verleden. Het doortrekken van deze kansen gaat soms goed, maar niet als er onvoorziene ontwikkelingen zijn die deze kansen beïnvloeden.
Onvoorziene trendbreuken
Onvoorziene ontwikkelingen zijn er de afgelopen jaren veelvuldig geweest. De stagnerende banengroei in het westen zorgde ervoor dat de trek vanuit de rest van het land afnam (en de bevolkingskrimp afremde). De stagnerende woningbouw zorgde ervoor dat jonge gezinnen langer in de stad bleven wonen alvorens de gewenste grondgebonden woning met tuin te bemachtigen. De veranderingen in de studiefinanciering zorgden ervoor dat studenten langer in het ouderlijkhuis bleven wonen. De oorlog in Syrië zorgde voor een sterke toename van het aantal statushouders. Dit soort trendbreuken hebben ervoor gezorgd dat prognoses er meer dan ooit naast zaten.
De sociale huursector
Dat de prognoses ernaast zaten, gold zeker voor ramingen van de behoefte aan sociale huurwoningen. Terwijl de behoefte de afgelopen jaren door de economische crisis toenam, nam het aantal huurwoningen in het Daeb-segment (de goedkope woningen) mede onder druk van rijksbeleid juist af. Waar overaanbod was van goedkope woningen heeft dat niet tot problemen geleid, maar slechts tot een afname van de goedkope scheefheid (mensen met een hoger inkomen in een goedkope woning). De rek lijkt er nu echter uit en de voorraad zal meer met de behoefte mee moeten bewegen. Dat betekent dat er in sommige gebieden een toename van de goedkope huurwoningen nodig is. Maar vanaf 2020/25 zal er vaak ook weer een afname nodig zijn doordat de huidige huurderspopulatie komt te overlijden. Ten minste, als er niet opnieuw iets onverwachts gebeurt.
Beter observeren
Als trendbreuken al te voorspellen zijn, is het moeilijk de effecten ervan exact te duiden. Onderzoeksmatig is de enige juiste oplossing: beter kijken naar wat er feitelijk gebeurt en proberen te begrijpen wat daar achter zit. Gelukkig komen er steeds meer registraties beschikbaar om dit ook mogelijk te maken. Deze registraties bieden vele voordelen ten opzichte van de steekproefbestanden en hierop gebaseerde modelberekeningen, die nog altijd de basis vormen voor veel woonbeleid. Ze berusten immers niet op aannamen, maar geven een gedetailleerd beeld van wat er werkelijk gebeurt. Zo wordt in de nieuwe Monitor Investeren in de Toekomst (de MIT, die later dit jaar openbaar wordt) een gedetailleerd beeld gegeven van het feitelijk verhuisgedrag van de naoorlogse babyboomgeneratie en andere groepen ouderen. Dit beeld is nieuw. Omdat ouderen weinig verhuizen, is er namelijk met steekproefonderzoek zoals het WoON nauwelijks zicht op te krijgen.
Vooruit berekenen blijft zinvol
Toch is het belangrijk om te volgen hoe ouderen zich bewegen op de woningmarkt omdat het om een grote groep gaat, die alleen al door die omvang van grote invloed is op de toekomstige woningmarkt. De inzichten die uit de registraties naar voren komen, zeggen al veel over de toekomst. Op basis van dit inzicht worden ook in de nieuwe MIT trends doorgetrokken. Dit gebeurt echter niet in een black box, maar met helder geëxpliciteerde aannamen, gebaseerd op wat we in de werkelijkheid zien. Dat laatste is van essentieel belang: vooruit berekenen blijft zinvol, zolang maar helder wordt aangegeven wat de aannamen zijn. Alleen dan kunnen de uitkomsten op juiste wijze worden geïnterpreteerd.